I224 Willem van Mulckhuijse

Uit Mulckhuijse
Versie door Bmulckhu (Overleg | bijdragen) op 7 mei 2017 om 22:25

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Naam Willem Mulckhuijse
Naam voorvoegsel
Voornaam Willem
Bijnaam
Voorvoegsel achternaam
Achternaam Mulckhuijse
Externe bron naamgeving
Notitie
Referentienummer
Geslacht
Afbeelding
Kind uit de familie
Partner in de familie

Vrouw:

  • Cornelia Kerkhoff

Kinderen:

  • Maria
  • Johannes
  • Everdiena
  • Maria

==

Willem Mulckhuijse staat als schoolmeester borg bij de inschrijving va Hendrick Mulckhuijse (ca. 1730).

Bronnen

In het Streekarchief van de Bommelwaard zijn stukken bewaard gebleven over een rechtzaak die Willem Mulckhuijse in 173-1714 heeft gevoerd.

185/384-185/1600	 	Civiele procesdossiers, 1594-1811 
	NB. Voor de behandeling van deze zaken zie de dingsignaten. 
details	185/647	 	Willem van Mulckhuijsen en Roelofs van Oostrom contra Adriaen Snoeck en Govert Verwoert, 1713, 1 omslag

Van de stukken van deze rechtzaak staat hier een transcriptie.

Naast deze rechtzaak is na de dood van W. Mulkhuijsen (waarschijnlijk dezelfde Willem) is door zijn erven ook nog een rechtzaak gevoerd, waarvan de stukken in het streekarchief van de Bommelerwaard bewaard zijn gebleven.

186  Archief van de Bank van Zuilichem 1563 - 1811
1.  Contentieuse rechtspraak
186/67-186/733	 	Civiele procesdossiers, 1661-1810 
186/519	 	De erven W. Mulkhuijsen contra M. van de Wercken, 1758, 1 omslag 

Deze stukken zijn nog niet beschikbaar.

Rechtzaak

Willem (van) Mulckhuijse heeft een rechtzaak gevoerd als pachter van het recht tot heffen van accijnzen op zeep in Zaltbommel.

Inventaris

Inventaris van Stucken
Gedient hebbende voor den
Ed:agtb:gerigte den Stadt
Salt Bommell tusschen Willem
van Mulckhuijse en Roeloff
van Oostrom pagter en mede
stander vande seet ingegaen
primo Julij 1713 reg=ad ???

Contra

Adriaen Snoeck en Govert
Vervoert gereg=deus
Relaes van Barent van Hafte vande 15 Janu-
arij 1714
Negatie van Snoeck vande 17 Januarij 1714
Attestatie van Glandij de Noo vande 27=en
Januarij 1714
Attestatie vande Bierdragers vande 27=en Januarij
1714
Verklaringh van Barent van Haafte vanden
9=er februarij 1714
Acte van pandingh vande 12 feb: 1714
Acte van pan? verborgingh vandij 12 feb:1714
Attestatie van schifter Engel Engels en
de Knegt vande 22= feb:1714
Boeckje vande aenbrengingh des jan=
pos? den? Zeep
Acte van cautie voorde coste vande 20=e
maert 1714
----------
Acte vande weer vande 9=e aprill en
13 dito 1714
ordonnantie op de Zeep vande 26=e maij
1693
-----
Schriftelijcke conclusie inde Sententie
vande 14 aprill 1714 gemelt
-----

    Wegens de gereg=deus=gepro=
    duceert
Copia van Insinuatie vande 17=e Januarij
1714
Verclaring van Barent van Haften
vande 9=e feb=r 1714
-----
Attestatie van Dirckje van Osse vrouw
van Barent van haafte vande 1 maert 1714
Attestatie van Johannes vanWassenburgh
vande 9-e maert 1714
Sententie in exceptisch gewese vande 10 maert
1714
Attestatie van Ouges Ougelse vande 14=e maert
1714
-----
act:den 23=e aprill 1714
-----

Lijst

An-? De Gaft 1/2 kinneke seep
Den 22 Julij 1713 . . . . . . . 0-7-8

Vrou breddels 1/2 kinnie seep
Den 31 Dito . . . . . . . . . . 0-7-8

Jacob de Vaal 1/2 kinnke seep
den 7 Augustus  . . . . . . . . 0-7-8

De Rentm. v:H??felt 1/2 kinneke
seep Den 1 septemb: . . . . . . 0-7-8

De h. Snoeck een kinneke seep
-----------------------------
De 4 Octob:#######  . . . . . . 0-15-0

De be?iender sam een kinneke seep
Den 4 Octob:  . . . . . . . . . 0-15-0

De H. Geijsweijk een kinneke seep
Den 23 Octob: . . . . . . . . . 0-15-0

Cornelis vander Sluijs een kinneke
seep den 24 Octob:  . . . . . . 0-15-0

Deschout Schoock een kinneke
seep den 11 novemb: . . . . . . 0-15-0

De h. Snoeck Een kinneke seep
------------------
Den 23 nobemb:  . . . . . . . . 0-15-0

Van hou?sel? den brouwer een
kinneke seep D:2:Decemb:  . . . 0-15-0

De Reuver Een half kinne seep
de 27 Decemb  . . . . . . . . . 0-7-8
De Reu?? van hou?el? Een
half kinneke seep D:29:Decemb:  0-7-8

Den 14 Jan-ij een kinneke seep
voor den be?iend sam  . . . . . 0-15-0

Tekst 1 voorzijde: Het oordeel van de rechter

 Willem van Mulckhuijsen
 en Roelof van Oostrum pag-
 ters en medestander van den
 impost der Zeepover de
 Stadt en Schependom van
 Bommel ingegaen primo
 julij 1713 Requiranten in
 cas van verclaringh over
 pandingh en pantverbur-
 gingh ter eenre

   Contra

 Adriaen Snoeck en Govert
 Verwoert gerequireerdens
 int selve cas ter andere
 zijde

Concluderen Req=ten uijt de aengetogen
middelen en articulen dat Gerq-dens
over het doen lossen en invoeren van
twee kinnkens met Zeep sonder daer
at te hebben gehaelt bekoorlijk biljet
sullen worden gecondemneert in
een Boete van twee hondert gulden
en dat daer voor door Req-ten is gedaen
eene goede pandingh en door gereq-dens
daer tegens is geschiet eene quade
oppositie bij pantverborgingh, Condem-
nerende gereq-dens almede in de costen

 ofte@
  Salvis@
   Implorando@

Tekst 1 achterzijde

  Documenen vande
  pagters vande Seep

   Contra

  Adriaen Snoeck &
  Govert Verwoert

Tekst 2 voorzijde

 Extract uijt t Signaat
 de Stadt Salt Bom-
 mell d a=o 1714

Coram schepenen Goris et de Ruueck

Copareerde Juffrouw Antonia van
Cockengen cum tutore, ende geeft
sigh borge verklaert voorde proces
costen der proceduere, Soo Willem
Mulckhuijse, en Roeloff van Oostrum
pagter en medestander van s'Lants
Zeep accijns, aende Ed: agtb: gerigte
onser Stadt bij verclaringh over pan-
ding, en pantverborgingh hebben
geentameert tegens Adriaen Snoeck
en Govert Verwoert, te dien eijnde
geeft comparante verbonden haere
goederen, onder Eet Schependom gelege
om daer aen de costen door Snoeck
en Verwoert te komen worden ver-
haelt bij onverhoopte Succumbantie
van Mulckhuijse en Van Oostrum, en
heeft comparante ter dien eijnde
specialijck gerenuntieert van het vrou-
welijcke beneficie Senatus consulti vol-
lea? verclarende vanden effecte, en
inhoude vandien voor a?? genoeghsaem
te wesen, onderrigt, waer na voor-
noemde Mulckhuijse en van Oos-
trum hebben belooft d'eerste compa-
rante te indemneren, en te behoeve
van Snoeck en Verwoert voor soo
veell noodigh tot refusie van costen
geconsigneert twee Stuijvers tot
minderingh oft meerderingh ter
taxatie van desen Ed: Agtbaren
Gerigte, Actum de 20=e meert

 Infidem Extraci
                ???egenaer ?rs in
                         Bommel 

Tekst 3

Voorzien van tekening en zegel rechtsboven

Ik ondergesch gerigts bode der Stadt Zalt
Bommel, hebbe wegens Willem Mulck=
huijse en Roelof van Oostrom gg weet
van Coutie en soo veel nodig consig=
natie gedaan tot Refusie van Costen
vermogens t'signaat alhier aan Govert
Verwoert, op de 9=en April 1714
en de 13 dito, bij absentie van Adriaen
Snoeck aan den procureur I: van
Rijstervelt gedaan, die het selve
voor voorn: Snoeck
heeft aan genomen

    Henricus van Dam

Tekst 4: Getuigenis van de Bierdragers Jan Vervoort en Claes van Metere; Voorzijde

Voorzien van tekening en zegel rechtsboven

Uijt de naam ende van wegen de pagteren
vande Zeep-Accijns sal den Gerigts bode deser
stad in der ?inne en niet te min gerigtelijk
afvragen Jan Vervoore en Claes van Metere
bierdragers, of niet waar en waaragtig is, dat
sij op sondag den 14 Jan-rie 1714 gehaelt sijn door
de knegt van de Tollenaers van Boemel omme
de seep voor de Tollenaers binne te haelen
die met den beurt-man Engel Engelse van Nij=
megen was gekoomen en of wijdens niet waar
is dat sij die voorsch: seep hebbe gehaelt en
in de poort ter needer geleijt vragende aan
voors: knegt waar dat se de seep moesten
brengen, En of de knegt daar op niet heeft
geantwoordt dat hij het sou gaan vraage bij
de Officiere fan Tol, En of de knegt in het
weerkomen haar ?geinsin dens? niet berigt heeft
dat se een keijniken bij den besiender Sam
en twee keijnikens bij Barent van Haften
moesten brengen, en of sij die voorschr: keijni=
kens seep als doen ook niet bij de voorschr: per=
soonen gebragt hebben, waar op d'insinuan=
ten een positief antwoord sonder dilaij sul=
len verwagten, sus anders protesterende over
Costen als na regten;

Relateert

Ick ondergesch. gerigts bode der Stadt Zalt
Bommel, hebbe dese voorstaande insinuatie
aan Jan Vervooren en Claas van Meteren bier=
dragers voorn: geinsinueert, en gaven tot
antwoort als volgt. Jan voors: seijde ik weet
niet wie mijn gehaalt heeft, maar mijn
is geseijdt, dat het de soon van de besiende
Sam is geweest. en gemelte Claas seijde, da

Tekst 4 Achterzijde

=het Jan voors: dogter is geweest die hem
gehaalt heeft, en seijden verders voorn[oem]de bierdragers
wie dat de seep hier aan lant heeft ge=
bragt dat en weet ik niet, en voorn[oem]de
Claas van Meteren seijde, dat de knegt
van de Tollenaers, tegens hem sijde in het
uijt gaan van de poort, daar sijn drie
kijnekens seep buijten, die moet gij luijde
eens binnen halen, en dat hij doen
voors: knegt vraagde, waar dat de
seep wesen most, die doen seijde, daar
sullen der ligtelijck twee bij Berent
van Haften moeten wesen maar ik sal
het eens gaan hooren, en doen hebbe
wij de seep gehaalt, en inde poort ter
neder geleijdt, en doen heeft de knegt
voornt: tegens ons bijde geseijdt, gij
moet twee kijnekens seep bij Berent
van Haften brengen, en een kijneken
bij de besiender Sam, en daar hebben
wij de voors: seep gebragt. Act: den
27=en Januarij 1714

    Henricus van Dam


No.1o.
Attestatie der Bierdrager
27 januarij 1714

Tekst 5: De getuigenis van Glaude De Noij

Voorzien van tekening en zegel rechtsboven

Den gerights bode der stad Zalt Bommel
sal nijt de naam van de paghters van de
Zeep accijns sig vervoegen bij Glaudi de
Noij en hem gerigtelijk afvragen of niet
waar en waeraghtig is dat hij eenige weij=
nige weken geleden tot Nijmegen sijnde van
schipper Hendrik keer is versocht geweest
om eenige kijnekens meet seep voor de of=
ficieren van den Tol tot bommel mede
te nemen, bij verwijgering protesterende
over Costen als na regten

Relateert ?

Ik ondergesch. gerigts bode der stadt Zalt
Bommel hebbe dese voorstaande Insinuatie
aan Geloudie de Noo voors: gedaan, die
tot antwoort gaff, dat is waar, maar
ik moeij mijn daar niet mede, en
laaten sij den schipper selfs soecken.
Actum den 27=en Januarij 1714

   Henricus van Dam


No.2o.
glaude de Noo attestatie
27 januarij 1714

Tekst 6: Ondervraging van Berent van Haaften

Voorzien van tekening en zegel rechtsboven

Extract uijt t'Signaat der
stadt Salt Bommell d a=o
1714

  Interrogatoria off vraagh=
  stucken omme daer op
  ter gerightelicke instantie
  van Willem Mulckhuijse
  en Roeloff van Oosterom
  pagter en medestander
  onder Eede te hooren
  Bernt van Haaften
     i
  deponents ouderdom
van competenten ouderdom
     2
  off deponent op Sondagh den
  veertiende Januarij lestleder
  niet twee kijnekens met
  Zeep heeft ontfange,
verclaert dat op een Sondagh Sonder den
precisen datum te weten, twee kijne=
kens Zeep heeft ingeslaegen
     3
  Off de geseijde twee kij=
  nekens Zeep, niet imme=
  diaet sijn gecomen uijt het
  beurtschip van Engel En=
  gelse
verclaert niet te weten met wat schip=
per off in wat schuijt de zeep hier is
aen het lant gebragt
    4
  Off deponent die twee kijne=
  kens zeep miet heeft ontfan=
  gen off overgenome vande
  officieren vande Tol, Adriaen
  Snoeck en Govert Verwoert
  t'sij in coop, ruijlingh ofte bij
  ? met een andere titull
Verclaert dat de Tollenaer Govert Verwoert
voor eenige maende tot sijne huijse is ge=
weest, en doen over zeep is gesproocken
dat doen voorn:n Verwoert ane hem heeft ge=
vraegt, oft geviel dat hij eenige zeep tot meet
vande Tol kreegh die hij niet van nooden
? had, off die wel van hem wilde overnemen
waer op geantwoort heb van ja want
ick hebbe vande voorgaande Tollenaers
verscheijdemalen soo ontfange, soo geeft
den voornoemde Verwoert eenige maen=
den na dien tijd lateweten, datter
buijten aen het water twee kijnekes
zeep waren, off hij deponent die wilde
laten halen, het welcke aende bier=
dragers is geordoneert om te doen,
en hebben de twee voorschreve kinne=
kens zeep, aen sijn huijs gebragt en
heeft die daeghs daer aen aende pagter
vertoont dat hij die had ingeslaegen,
niettegenstaande well ses maende te
vooren met de voorschreven pagter
vanden seep was veraccordeert, voor
in, en uijtslagh, maer geeft met de Tolle=
naer Snoeck moijt oversulcx gesprooc=
ken.
     5
  Soo neen tegens alle vermoe=
  den van wien deponent
  de voorschreve twee kij=
  nekens zeep dan heeft
  gecogt, en van wat plaetse
  deselve sijn gekomen
refereert sigh tot de voorgaande ver=
klaringh

Coram Righter en Schepenen, Goris en
Essenius,
Compareerde den deponent voornoemd
ende geeft met solemmelis dede hem
door den rigter na behooren affgestaaft
verklaard alle het geene soo op ider
articull is aengeteijckent, alsoo waer
ende waeragtig te sijn, actum de
9=e februarij 1714
         Infidem Extracti
         ?egenaer s=rs in
         Bommel
Verclaring van
Berent van Haefften
9 febr. 1714

registr??s:  f2:8:0

Tekst 7: Getuigenis van Engel Engels en Laurens Ebben

De tekst van deze getuigenis is in origineel en kopie in het dossier opgenomen.

Ick Ondergeschreve Oude Engel Engelse beurt=
man van Nijmegen op Rotterdam en Lauwerens
Ebbe sijn kneght hebbe op versoeck van Willem
Mulckhuijse ende Roelof van Oosterom paghters
en mede standers van de s'lants Zeep Accijns
dese onder geschreve verklaringe gegeven, als dat
wij op versoeck van schipper Hendrik Keer bij
schriftelijkke memorie tot Nijmegen hebben ont=
fangen Drie kijnekens meet Zeep, omme de selve
te behandigen aen de Tollenaers te Bommel welke
wij ook vervolgens op sondag den 14 jan-rii deses
jaars aen den Tollenaar Snoeck bestelt hadden
na dat alvorens voorn: Snoeck hadde afgevraagt
of'er al een biljet van de pagters was afgehaalt
om de geseijde drie kijnekens meet Zeep te konnen
lossen, ende dat voorschr: Snoeck daer op geantwoord
had van ja, lost die vrij, die sijn al aangegeven
Gevende eerste genoemde tot meerder bevestinge
van guit voorschr: als dat hij niet een duijt voor
de vragt heeft genoten. Dit boven geschreve
presenteren wij ten alle tijde met Eede te
bevestige Actum vaerick den 22 feb-rii 1714
er was getekend. Dit Merck set X Engel
Engelse in presensij Rutger Heghuijsen
Laurens Ebben.
         Accordeert met sijn principaal
         Adr:van Oever
            ??
         Secr:
         1714
Attestatie van den Schipper
Engel Engelss en de knegt
22 febr 1714

Tekst 8: Relaas van Barent van Haaften

Barent van Haaften  gisteren twee kijne=
kens Zeep uijt het Beurtschip van Engel
Engelse ontfangen hebbende, sonder daarvan
alvorens een biljet bij de pagters van de
Zeep accijs te doen halen ende boven dien,
Contrarie den 4 art: van de Zeep-ordonnantie
weijgerig blijvende te verklaren, van wien
hij de zeep heeft gecogt en van wat plaase
de selve is gecomen; soo sal den gerigts-bode
deser stad voor sijn behoorlik loon uijt naame
van de pagteren van de zeep-accijs Roelof
van Oostrum en Willem Mulckhuijse sig ver=
voegen bij Barent van Haaften en hem nog=
maal gerigtelick afvragen, van wien de voorsch:
kijnekens met Zeep sijn gecogt en van wat
plaatse gecomen, bij verdere onwilligheijd
protesterende op het Cierlikste overfrau=
des en Costen, gemaeckt en nog te maken, ende
protesteren verders over het inslaan van
de voorgespecificeerde Zeep sonder te hebben
biljet van de pagteren, met gedagte ?

Relateert ?

Barent van Haafte den paghter geseijt
hebbende dat de seep van Amsterdam
is gekomen Blijft bij t'selve antwoort
en is niet gehouden hem den koopman
aan te wijsen waar hij ter mart gaat
Actum de 15 Januarij 1714
     Henricus van Dam
     gerigtsbode in Bommel
Relaas van Barent
van Haefften 15.jan-rij
1714

Tekst 9: Memorie voor het Gerecht

Rechtsboven getekend en voorzien van een zegel

   Memorie voor den Gerights bode
   de Stadt Zalt bommel

Omme wegens Willem Mulckhuijse en Roelof
van Oostrum pachter en mede stander van
de impost der Zeep over dese stadt in gegaan
prima julij 1713 te pan den Adriaan Snoeck en
Govert Verwoert voor eene boete van twee
hondert guldens, om dat sij oop den 14 januari
1714 hebben doen losse en binnen dese stadt
doen invoere twee kinnekens Zeep, sonder
behoorlijk biljet.

Ick ondergesch gerigts bode der Stadt Zalt
Bomme, hebbe dese voorstaande panding
gen  gedaan, en de weet hier van ge=
exploiteer, Actum de 12=en februarij
1714
     Henricus van Dam
   N0.6o.
   Acte van panding
   12 febr. 1714

Tekst 10:

  Extract uijt t'Signaat
  der Stadt Salt Bommell
  d'a=o 1714

Coram Schepenen Goris et de Roorck

Compareerden de Heer Adriaen Snoeck
en Joffrou Geertruij Penninghs, huijs=
vrouw van Govert Verwoert, cum tu=
tore electo, bij absentie van haren voorsch:
man beijde pagters vande Gelderschen
Tol alhier, te kennen geven der goeden
gerigtsboode van Damme wegens Wil=
lem Mulckhuijse en Roeloff van Oos=
rum pagters en mede standers vande
impost der Zeep, over dese Stadt inge=
gaen primo Julij 1713 aen goederen van
comparanten oopo den 12=e dese maent
februarij 1714 voor gesustineerde boete
van twee hondert guldens, wegens doen
lossen en invoeren van twee kijnekens
Zeep, soo gemelte pagters, tegens
waerheijt voorgenoem, bij comparanten
geschiet te sijn gepant heeft, en Compa=
ranten niet wetende ijts gefraudeert
off s'Lants impost op het alder minste
benadeelt veel min de pagters van
voorschreve Zeep eenige mate vercort
te hebben, sijn daer om haer gepande
bij dese verborgende door den procureur
J. van Bijstervelt hier mede comparant
die daer van getuijgenisse was doen=
de, en belooffden eerste comparanten
haren Gorge te indemneren, cost en
Schadeloos te houden. Act. de 12=e febru=
arij.
      Infidem Extracti
                ?egenaer S=rs in
                         Bommel
  No.7-o
  pantverborging
  12 febr. 1714

Tekst 11: Ontkennende verklaring van Adriaen Snoeck

Willem Mulckhuijse en Rolof van Oostrum
pachters en med standers van de Zeep-accijns
over de stadt Bommel ingegaen prima Julij
1713 in ervaringe sijnde gekomen, dat Adriaen
Snoeck en Govert Verwoert op den 14-en jan-rij
deses jaers uijt het schip van Engel Engels
Beurtman van Nijmegen op Rotterdam, hebben
ingeslagen en daer na aen Bert van Haefften
overgedaen of uijtgeslagen drie kijnnekens
Zeep waer van maar een is aengegeven door
de besiender Dirk Sam, en d'andere verswegen
sonder biljet van in of uijtslagh volgens or=
donn: geriquireert, van die insinuanten in hare
qualiteijt hier voor aengevoert te halen wes=
wegen geinsinueerdens volgens Ordonn: bij die
Ed:Mog:Heeren staaten deses quariers, sijn
vervallen in de boete van twee hondert gls:
voor welcke somma en de Costen van dien
den gericht bode haer geinsinueerdens sal
summeren mitsgaders voor de costen geresen
en verde rijsen, andersints sullen ins??
tot bekominge van dien haer geins=ders met de
paraetste middelen regtens Constringeren

Relateert@

Ick ondergesch Gerigts bode hebbe dese
voorstaande insinuatie aan Boove:en Snoeck
geinsinueert en dient voor relaes dat
op de 14=en Januarij 1714 geen Zeep
uijt Engel Engels Beurtman van
Nijmegen op Rotterdam bij mijn
is ingeslagen veel min aan Berent
van Haften souden hebben uit ge=
geslagen protesteren derhalven
van alle costen en schaden * reets

*en interesse

gelede en noch souden moge lijden
Act: de 17=e Januarij 1714
    Henricus van Dam
  No.7o.2o
  negatie van Snoeck 17 jan-rij
  1714

Tekst 11: Opschrift Inventaris

Inventaris van Stucken

Willem van Mulckhuijse
en Roeloff van Oostrom
pagters vande seepinge
gaen primo Julij 1713

        Contra

Adriaen Snoeck en
Govert Verwoert

10 Maart 1714